LOCATIEVOORDELEN

PD-Consult ontwikkelde een specifieke methodologie om op basis van werkgelegenheidscijfers (RSZ) en toegevoegde waarde cijfers (Belfirst) de groeisectoren van een bepaald gebied in kaart te brengen. De methodologie gaat uit van locatievoordelen die soms heel specifiek kunnen zijn, zelfs op microniveau.

De analyse gaat uit van het bestaan van locatievoordelen voor een bepaalde (sub-)sector in een bepaald gebied. Deze voordelen wijzen op de karakteristieken van die locatie waardoor die aantrekkelijk wordt voor een sector. Locatievoordelen zijn vaak sectorspecifiek en kunnen op termijn clustervoordelen worden omdat meerdere bedrijven uit dezelfde sector zich op die locatie komen vestigen. Hierdoor kan het initiële locatievoordeel nog worden versterkt. Locatievoordelen zijn niet steeds rechtstreeks observeerbaar, behalve dan voor een sector waar de locatie een conditio sine qua non is om activiteiten te ontplooien zoals bvb ligging aan een waterweg.

Via deze methode worden beloftevolle sectoren in beeld gebracht, zelfs als hun huidig aandeel in het economisch weefsel nog eerder beperkt is. Ook belangrijke sectoren die op de terugweg zijn komen aan de oppervlakte. Hierdoor heeft deze analyse verschillende toepassingsgebieden

  • Maatschappelijk beleid

Een onmisbare tool voor lokale overheden. Het is nuttig om te weten wat nu precies de economische sectoren zijn die in jouw gemeente de beste groeikansen hebben. 

Beleidsmiddelen en inspanningen kunnen dan gekanaliseerd worden naar beloftevolle groeisectoren. Dit kan gaan over het sturen van het lokale ruimtebeleid; de juiste ruimte voorzien voor de juiste sector. De ruimtevraag van een sector wordt immers in grote mate bepaald door de invulling van de personeelsfunctie. Een sector met hoofdzakelijk kantoorfuncties heeft, per hoofd tewerkstelling, een andere ruimtebehoefte dan een sector met productie of opslagfuncties.

Kennis van de groeisectoren is een noodzakelijke voorwaarde om deze sectoren actief te kunnen aantrekken of ondersteunen.  

  • Ontwikkeling van industrieel vastgoed

Een succesvolle vastgoedontwikkeling levert een hoge return voor de investeerders. Daarom is het cruciaal de ontwikkeling nauw te laten aansluiten op de economische realiteit of de wensen van de markt. De analyse van de locatievoordelen geeft inzicht in de lokale dynamiek waardoor een keuze objectief onderbouwd kan worden.

  • Investeringbeslissing

Een bedrijf dat in een regio activiteiten wil ontplooien, houdt bij de investeringsbeslissing best rekening met  locatiekosten zoals logistieke kosten of de beschikbaarheid van het juiste personeel. Analyse van de locatievoordelen kan een aantal gebieden in beeld brengen die voor de beschouwde sector over de juiste troeven beschikken.

De methodologie is gebaseerd op de evolutie van tewerkstelling en toegevoegde waarde, vergeleken met een groter geografisch gebied. Het te onderzoeken gebied is best niet te groot, maximaal een cluster van enkele gemeenten waarvan een gemeenschappelijke dynamiek vermoed wordt. Het bovenliggende niveau is dan de provincie en het gewest. Als uitgangspunt wordt verondersteld dat een gebied waar een sector een relatief hoge activiteit ontwikkelt locatievoordelen heeft voor die sector, waarom zou die zich er anders vestigen.

De analyse gebeurt in 3 stappen.

1)      Specialisatie- en Concentratiegraden.

Figuur 1

Concentratiegraden zijn het equivalent van Specialisatiegraden, maar dan voor toegevoegde waarde in plaats van werkgelegenheid. Hiermee wordt de over- of ondervertegenwoordiging van een bepaalde sector in beeld gebracht, resp. voor werkgelegenheid en toegevoegde waarde.  Resultaat zijn vier ‘driedimensionale’ grafieken zoals figuur 1. (1 grafiek per geografisch niveau en dit voor toegevoegde waarde en werkgelegenheid). De positie op de X-as geeft de groeivoet van de sector. De positie op de Y-as is de specialisatie- resp. concentratiegraad. Alle posities boven 1 duiden op een oververtegenwoordiging ten opzichte van de benchmark. De bolgrootte geeft het absolute belang en  evolutie van de grootte van de sector.

                        2)      Normalisatie en rangschikking van de subsectoren

Met deze oefening worden de absolute verschillen genormaliseerd en gewogen. Op basis van deze weging worden de subsectoren gerangschikt. De voorgestelde weging is 40% voor werkgelegenheid en 60% voor toegevoegde waarde. Binnen die grootheden weegt groei zwaarder (60%) door dan absolute grootte (40%). Uiteraard kan de weging in samenspraak met de opdrachtgever aangepast worden. De output van deze stap zijn twee tabellen zoals in figuur 2.

Figuur 2

Figuur 3

3)      Spreiding

Deze stap visualiseert de werkelijke dynamiek en de onderlinge verhouding van werkgelegenheid en toegevoegde waarde (zie figuur 3), alle info uit de vorige stappen wordt hier gebundeld. De grafieken geven inzicht in welk kwadrant de respectieve sectoren zich bevinden en het groeipotentieel dat daaraan gekoppeld is. De positie van de sector in de kwadranten wordt bepaald door grootte, evolutie en vertegenwoordiging van de sector voor zowel de toegevoegde waarde (positie tov X-as) en werkgelegenheid (positie tov Y-as). Op deze manier kan ook de substitutie van arbeid voor kapitaal geobserveerd worden. Soms is een diepgaandere analyse op sectorniveau nodig om de specifieke dynamiek in kaart te brengen en bepaalde fenomenen uit te filteren. Zo heeft een herstructurering van een groot bedrijf soms vertekenende effecten omdat loonmassa (dus ook ontslagpremies) deel uitmaakt van de toegevoegde waarde.